Fretten lijken niet alleen uiterlijk, maar ook met hun gedrag op de bunzing.

  • Fretten stammen af van de bunzing. Dit is een solitair (alleen) levend dier met sterk territoriaal gedrag. In de natuur leven geen “groepjes” bunzingen.
  • Territorium gedrag betekent: Dit is mijn plek! Dit wordt aangegeven door geur vanuit de huidklieren, urine, ontlasting of anaalklieren.
  • Bunzing mannetjes komen niet in elkaars territorium en zo ook de vrouwtjes niet. De gebieden van de mannetjes en de vrouwtjes overlappen elkaar. De mate van overlapping is afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar voedsel. 
  • Mannetjes en vrouwtjes fretten kunnen het best met elkaar overweg.
  • De fret heeft nog veel "natuurlijk" bunzing gedrag door de kruisingen met de bunzing door jagers en fokkers.
  • Spelen van pups is de voorbereiding op het latere vechten, jagen en seksueel gedrag. Bij jongen bunzingen verdwijnt het spelen. Bij de fret blijft het bestaan, maar is het spelgedrag van volwassen fretten sterk afgezwakt agressief, seksueel of jaaggedrag. Bij gecastreerde fretten is dit veel meer afgezwakt dan bij ongecastreerde dieren.
  • In het wild kunnen bunzingen bij conflicten het hazenpad nemen, in een kooi of woning is dat onmogelijk en dit veroorzaakt stress.
  • Fretten kunnen zich enorm aanpassen aan de situatie (zoals de bunzing dat ook kan). Deze aanpassing kan echter het welzijn ernstig aantasten.

Fretten zijn van nature territoriale dieren die een eigen plek (eigen territorium) nodig hebben.

Stress 1

Hoe weet ik dat mijn fret territoriaal gedrag vertoont:

  • Territoriaal en agressief gedrag wordt meestal het duidelijkste bij het eerste contact tussen fretten. Binnen twee weken passen fretten zich aan; de situatie wordt getolereerd. Helaas heeft deze aanpassing nogal eens gevolgen voor het welzijn van het fretje.
  • Indien een fret uit de groep of een “maatje” overlijdt is het vrijwel altijd dat de fret(ten) van slag zijn. 3 maanden later is de situatie gestabiliseerd en kan blijken dat een alleen overblijvende fret zich veel prettiger voelt.

Territoriale gedragingen van fretten (vaak zijn maar enkele gedragingen zichtbaar):

  • In de nek likken van een andere fret, dit is een voorstadium van in de nek bijten.
  • In de nek bijten en/of slepen met de andere fret. Dit kan bij heftig territoriaal gedrag lijden tot wondjes in de nek waar het fretje in de nek wordt gebeten.
  • Stand-over gedrag: Over de andere fret heen staan zoals een mannetje doet bij paar gedrag.
  • Buiten de bak poepen/plassen.
  • Achter een andere fret aan jagen.
  • Te wild spelen en continu bovenop een andere fret springen. Er wordt hierbij bijvoorbeeld gehist of gepiept door de besprongen fret.
  • Anaalklieren regelmatig laten gaan.
  • In het hok van de andere fretten willen, om daar doorheen te lopen en de eigen lichaamsgeur af te geven. Vaak wordt daar ook een “hoopje” achter gelaten.
  • De eigenaar “aanvallen” als deze het hok wil schoonmaken.

Een fret met veel territoriaal gedrag in de groep heeft zelf stress… maar ook de groepsgenoten.

Stress

Tekenen van niet welzijn (stress) bij fretten:

  • Regelmatig hissen. Hissen is het geluid dat gebruikt wordt om boosheid of frustratie aan te geven.
  • Territoriaal of agressief gedrag dat geen spel meer is.
  • Nerveus, opgewonden (soort ADHD) gedrag.
  • Apathie: een passieve gelatenheid (aanpassing aan de situatie).
  • Bijten naar de eigenaar.

De gevolgen van stress bij fretten:

  • Alle fretten hebben de Helicobacter Mustelae bacterie in de maag.
  • Onder invloed van stress groeit deze uit en veroorzaakt maagontsteking.
  • De maagontsteking kan zich uitbreiden tot maagzweer, darmontstekingen, de vorming van haarballen, lever- en galwegproblemen enz.
  • Maagproblemen kunnen zich o.a. uiten als vermageren, slecht eten, braken, veel smakken, knarsetanden, “plat liggen”, graven na het eten en/of slechte ontlasting.

Wat te doen bij fretten met territoriaal gedrag:

  • Door de eeuwenlange selectie is een individuele variatie ontstaan waardoor de ene fret een sociaal leven (met een andere fret) beter kan behappen dan een
    andere fret.
  • Succesvolle matches zijn er vooral tussen mannetje en vrouwtje, bij pups uit hetzelfde nest, bij gecastreerde fretjes en een ongeveer gelijke leeftijd. Bijvoorbeeld geen jonge fret matchen met een oudere fret.
  • Fretten met (natuurlijk) territoriaal gedrag hebben het moeilijk in een groep en kunnen beter alleen worden gehuisvest.
  • De meeste fretten (niet alleen territoriale fretten) zijn goed af als ze een eigen kooi (territorium) met eet-, poep- en slaapplek hebben waar de andere fretten niet in kunnen. Als het goed gaat, kunnen ze dan elke dag een paar uur (of langer) samen spelen buiten de kooien.
  • Kooien onder en boven elkaar, met de meest territoriale fret in de bovenste kooi. Bij erg territoriale fretten kooien in verschillende kamers.

Stress 2

Problemen bij het apart zetten van een territoriale fret:

  • De eigenaar ziet het nut er niet van in. Bijna alle fretten gaan met slapen regelmatig bij elkaar liggen. Ook fretten met territoriaal gedrag, ook ongecastreerde mannetjes. Dit kan erg misleidend zijn waardoor gedacht wordt dat de fretjes goed samen gaan.
  • De mens is een groepsdier: Hoe socialer de eigenaar …..hoe moeilijker voor deze om te denken als een bunzing….. “Ze liggen zo fijn samen te slapen”.
  • Elke verandering geeft stress. Het kost een fretje regelmatig minstens 2 weken om zich opnieuw aan te passen. In die tijd wordt de andere fret steeds opgezocht, kan er onrustig gedrag zijn en willen ze vaak naar de kooi van de andere fret.
  • Veel fretten willen eerder naar de kooi van de andere fret (om daar weer even hun geur af te geven) dan naar de ander fret zelf.
  • Soms kunnen fretten die ieder een eigen kooi hebben gekregen, na een paar maanden niet meer goed samen spelen. Deze fretten hadden zich eerder enorm aangepast maar nu ze weer in hun kracht komen te staan vertonen ze het gedrag wat bij hen past.

Hoe voorkom je stress bij fretten:

  • Voor de meeste fretten is, behalve pijn, de grootste stress het gedrag van een territoriale fret. Om dit te voorkomen is het aan te raden om fretten vanaf de aanschaf ieder een eigen kooi (territorium) met eet-, poep- en slaapplek te geven. Als het onderling goed gaat, kunnen ze dan elke dag een paar uur of langer samen spelen buiten de kooien. 

Een fret die alléén wordt gehouden (het rijk alleen heeft), waar een eigenaar veel tijd aan besteed, die veel mag rondlopen, steeds nieuwe uitdagingen in de vorm van spelen en speeltjes krijgt…….die fret is (naar mijn jarenlange ervaring als fretten-dierenarts) over het algemeen het langst gezond. 

Bron: Drs. Hanneke Roest, frettendierenarts, Frettenkliniek

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.