Alle marterachtigen staan bekend om hun bijzonder ‘speels’ gedrag. In de natuur is spelen bedoeld als een oefening van de vaardigheden. Allerlei technieken om te jagen en te overleven, maar ook voor andere doeleinden, zoals onder andere dominantie en voortplanting, worden door de dieren al op jonge leeftijd in praktijk gebracht. Wil je in vorm blijven dan is voortdurende training belangrijk, zeker in de natuur.

De marterachtigen hebben, door zoveel te oefenen, zeker bereikt dat de soort op zich al ontzettend lang succesvol is en zich aardig kan handhaven onder verschillende omstandigheden. De eerste marterachtigen leefden al ruim 30 miljoen jaren geleden. Helaas gaat het met de wilde kleine marters in Europa niet goed en staan deze bijna overal op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Deels vanwege verlies van habitat, maar ook vanwege verminderde voedselvoorziening. In periodes van (muizen)plagen zie je weer een toename in het aantal kleine marters. De steen en boommarter lijken de laatste jaren weer met een opmars bezig te zijn vanwege hun beschermde status. 

Frettenspel

Hoewel een fret niet in de natuur voorkomt en het dier zich daar ook beslist niet kan handhaven is zijn gedrag nog wel ten dele te vergelijken met dat van zijn in het wild levende voorouders.

Zodra een fret uit zijn kooi gelaten wordt voor zijn ‘speeltijd’ gaat doorgaans de knop op ‘aan’. Dat betekent dat het dier eigenlijk continu bezig is met zich vermaken en in beweging zijn. Hij zal zijn onderzoekingsdrang botvieren op allerlei voorwerpen en die dingen doen, die hij volgens zijn natuurlijke aanleg moet oefenen om in vorm te blijven. Hoewel het jachtinstinct nog slechts latent aanwezig is en de combinatie jagen en eten voor de fret niet geheel duidelijk meer is, is zijn spel nog wel daar op afgestemd. Het uitvoeren van schijnaanvallen op soortgenoten en speeltjes is eigenlijk oefening voor de jacht en het overleven.

Om de rangorde vast te stellen of te bevestigen, worden weer andere technieken gebruikt. Alle uitingen van verschillend gedrag die wij betitelen als ‘spelen’ hebben daarom wel degelijk een achterliggende reden. Door ons bezig te houden met gedragsstudie en het verklaren van de reden waarom het dier bepaalde dingen doet of juist nalaat, kunnen we een beter begrip opbrengen voor het wezen van het dier. Daaruit vloeit voort dat we zijn welzijn beter kunnen garanderen. Want een beter begrip voor het dier houdt automatisch in dat het dier gerespecteerd wordt om wat hij doet, in plaats van ten onrechte te worden veroordeeld om zijn daden.

Met betrekking tot de zindelijkheid zijn er een aantal punten die van belang zijn:

  • De fret heeft een aangeboren drang om zijn behoefte te doen buiten de slaapplaats en meestal op een vaste plek.
  • De fret heeft een aangeboren drang om zijn of haar territorium te markeren met geurvlaggen. Het sterkst is deze drang gedurende het bronstseizoen.
  • Fretten volgen elkaars voorbeeld bij het urineren en defeceren (geurvlag over geurvlag).
  • Rekening houdend met deze punten kunnen we er bij de opvoeding van jonge en oudere dieren gebruik van maken (stimulatie van het aangeboren gedragspatroon).

Spelen 

Fretten zijn ontzettend speelse diertjes. Ook wat dit betreft is het alsof zij eeuwig jong blijven. Een groot deel van hun wakkere tijd besteden zij hier dan ook aan.

Een fret daagt uit, door jou met opengesperde bek te benaderen. Op deze manier zegt hij: “ Ik bedoel het niet gemeen, het is maar een spelletje”. Worstelen, met je handen of een speeltje is veelal favoriet. Ze rennen graag hard achter jouw of een hengelspelletje aan of spelen een soort tikkertje en verstoppertje. Van blijdschap maken de meeste fretten een kortopeenvolgend geluid, dat we ‘mokken’ noemen.

Fretten zijn gek op speelgoed, ieder zijn eigen voorkeur. Vooral lange buizenstelsels en grote dozen gebruiken ze intensief. Onder een deken doorrennen is eveneens een zeer geliefde bezigheid. Het is dus niet moeilijk het je fret naar de zin te maken. Regelmatige afwisseling van speelgoed houdt ze alert en enthousiast. Een fret is snel enthousiast, maar ook snel afgeleid. Ze zijn soms al snel op speelgoed uitgekeken, maar als je de speeltjes afwisseld, dan blijft het ‘nieuw’ voor ze.

Sommige fretten houden er ook van met klein speelgoed, zoals balletjes, te spelen. Gebruik alleen speelgoed waar ze geen stukken af kunnen bijten. Omdat fretten graag in rubber bijten, is speelgoed van dergelijk materiaal niet geschikt. Ingeslikte stukjes van dit onverteerbare materiaal kunnen darmverstoppingen veroorzaken, soms met fatale afloop. Wees ook bedacht op rubber dopjes van afstandsbedieningen of laptop ed. 

Fretten zijn meesters in het verzamelen en verstoppen van brokjes, klein speelgoed, doppen, sokken, haarborstels en ander klein goed. Op verschillende plaatsen, zoals onder banken en in kastjes, kun je hele verzamelingen aantreffen. Houd je fretten èn je spullen daarom goed in de gaten! Door de verzamelplaatsen geregeld schoon te maken, voorkom je dat oude voerresten daar bederven.

Onderzoekers

Fretten zijn zeer nieuwsgierig van aard. Als ze niet aan het spelen zijn, zijn ze de omgeving aan het verkennen. Niets blijft daarbij onberoerd: ze maken kastjes open en gooien ze leeg, proberen op de stoelen te klimmen en graven in een mum van tijd de plantenpotten tot op de bodem uit. Het is daarom noodzakelijk de huisinrichting aan de fretten aan te passen. Slotjes op de keukenkastjes zetten en het verplaatsen van de planten zijn enige voorbeelden. Een ander risico van hun nieuwsgierigheid is ontsnappen. Sommige fretten zijn ware Houdini's. Zorg er dus altijd voor dat ramen en deuren goed beveiligd en/of afgeloten zijn. Het zijn inventieve diertjes en wat ze vandaag niet proberen kan morgen een grote uitdaging zijn. Sommige fretten zijn handig genoeg om via een kier in het raam of over een (te laag) deurschot te ontsnappen. Ze kunnen vaak goed klimmen. Onderschat je fret vooral niet.

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.